Plantenverzorgingsgids: Tuinbonen
tuinbonen in bord |
Standplaats
Licht: Volle zon, minimaal 6 uur direct zonlicht per dag.Temperatuur: Tuinbonen groeien goed bij koele temperaturen tussen 5°-18°C.Luchtvochtigheid: Geen specifieke eisen, maar vermijd langdurig natte omstandigheden. Want dit helpt schimmelziekten voorkomen.
Potgrond
Welke grond: Goed doorlatende, vruchtbare grond met een PH tussen 6.0 en 7.5.Hoeveel: Bij zaaien: Zorg dat de grond minimaal 20 - 30 cm is losgemaakt voor goede wortelgroei.
Verpotten
Ik zaai mijn tuinbonen voor in kleine potjes, 1 zaadje per pot. Niet alle zaadjes zullen op komen, dus ik zaai er steeds 20% meer dan nodig. De zaailingen groeien op in een warmere omgeving en worden 2 weken afgehard om in de serre te worden uitgeplant in november of buiten in februari.
Bij het uitplanten in volle grond, plant ik 2 rijen op ongeveer 20cm van elkaar en houd dan 60cm aan tussen de volgende twee rijen. In de rij hou ik minimaal 20 cm aan.
Water geven
Wanneer: Houd de grond vochtig, vooral tijdens kieming en bloei. Vermijd natuurlijk overmatig water geven.Hoe: Geef water bij de voet van de plant. Als je dit 's morgens doet, heeft het blad minder tijd nodig om op te drogen.
Voortplanting
Hoe: Zaaien kan direct in de grond of voorgezaaid in kleine potjes.Wanneer: In het vroege voorjaar, al vanaf half februari. Ook mogelijk in de late herfst, rond november.Welke potgrond: Ik zaai binnenshuis voor en gebruik gezeefde, zelfgemaakte compost.
Potentiële bloei
Wat: Kleine, geurige bloemen in wit, paars of roze, afhankelijk van het ras.Wanneer: Bloeit meestal 6 tot 8 weken na zaaien.
Wat er mee aanvangen na de bloei
Nadat de bloemen zijn uitgebloeid, ontwikkelen zich peulen. Oogst deze wanneer ze dik en stevig aanvoelen, maar voor ze te groot en taai worden
Bemesten
Wanneer: Tijdens het groeiseizoen, met name bij aanvang van de bloei.Hoeveel: Ik geef één keer per week een liquide zelfgemaakte meststof. Doordat tuinbonen zelf stikstof binden in de bodem, is het beter niet teveel te bemesten.Welke bemesting: Als je de keuze hebt van bemesting, kies je best voor een meststof met minder of geen stikstof maar rijk aan kalium en fosfor. Ik reken in eerste instantie vooral op mijn toegevoegde compost.
Knippen of snoeien
Wanneer: Toppen van de plant als de plant last krijgt van bladluizen en zwarte bonenluis. Zo hebben ze geen landingsplaats meer.Hoe: Knip of knijp de bovenste 5 cm af om verdere bladgroei te stoppen. De energie wordt daardoor ook naar de peulen gestuurd.Waarom: Zoals reeds vermeld, kan dit de oogst verbeteren. Bovendien heb je minder aantasting van bladluizen en zwarte bonenluis die meestal in de top zitten.
Problemen
Probleem en oplossing: - Zwarte bonenluis: Verwijder aangetaste toppen, gebruik desnoods een biologische insecticide.
- Schimmelziekten: Zorg voor voldoende luchtcirculatie en vermijd natte bladeren door de planten minimaal 20 cm van elkaar te planten in de rij. Ik plant in dubbele rijen en houd 60 cm tussen de rijen aan.
- Slechte kieming: Controleer altijd of de grond niet te nat, te koud is om te zaaien. Persoonlijk heb ik er weinig problemen mee omdat ik binnen voorzaai.
Voorzorgsmaatregelen
- Kies rassen die bestand zijn tegen ziekten.
- Gebruik wisselteelt om uitputting van de grond en ziektes te voorkomen als je grote velden hebt met één soort groente.
- Plant tuinbonen in goed doorlatende grond en vermijd lage plekken waar teveel water kan blijven staan.
Met deze richtlijnen kan je succesvol tuinbonen kweken en genieten van een gezonde, smakelijke oogst. Succes met de kweek.