aardappels planten, aardappels kweken, solanum tuberosum planten, verzorging en volledige informatie

Officiële naam: Solanum tuberosum

geoogste aardappelen

Nederlandse naam: Aardappel

Origine: Zuid-Amerika (Peru)

Standplaats: Aardappelen groeien het beste in goed doorlatende grond met voldoende vocht en zonlicht. Ze gedijen in een gematigd klimaat.

• Licht:
• Aardappelplanten hebben veel zonlicht nodig, bij voorkeur minimaal 6 tot 8 uur per dag.
• Temperatuur:
• Aardappelen groeien het beste bij gematigde temperaturen tussen 15-20°C.

Luchtvochtigheid:

• Aardappelen gedijen goed bij een gemiddelde luchtvochtigheid.

Grond: Aardappelen groeien het beste in lichte, goed doorlatende grond met een neutrale tot licht zure ph.

• Hoeveel:
• Plant aardappelen op ongeveer 30 cm afstand in rijen, met 60-75 cm tussen de rijen.
• In de vierkante meter tuin kunnen ze dichter geplant worden maar voor het gemak van oogsten, houd ik het persoonlijk bij 60 cm tussen de rijen
• De aardappelen kunnen tussen de 5 a 10 cm diep geplant worden.
• Verpotten:
• Aardappelen worden niet verpot zoals sommige andere planten. Ze groeien vanuit zaadknollen direct in de grond.

Water geven:       Houd de grond gelijkmatig vochtig, maar vermijd wateroverlast. Vooral tijdens droge periodes is regelmatig water geven belangrijk.

• Wanneer:
  Water geven is vooral cruciaal tijdens de periode van knolvorming.

Voortplanting: Aardappelen worden voortgeplant door zaadknollen te planten.

• Hoe:
• Snijd grote aardappelen in stukken met minstens één oog per stuk en plant ze in de grond.
•   Wanneer:
• Plant aardappelen in het vroege voorjaar, wanneer de grond voldoende is opgewarmd.

Potentiële bloei:         Aardappelplanten kunnen bloeien, meestal met witte of paarse bloemen.

• Wat:
• Aardappelknollen worden geoogst voor consumptie.
•   Wanneer:
• Oogst de aardappelen meestal in de late zomer of vroege herfst, nadat het loof is afgestorven.

Wat ermee aanvangen:             Bewaar geoogste aardappelen op een koele, donkere plaats. Eet ze vers of bewaar ze                 voor langere periodes.

Bemesten:         Bemest de grond voor het planten met organische meststoffen. Tijdens het groeiseizoen kan een evenwichtige meststof worden gebruikt. Persoonlijk maak ik steeds gebruik van een wekelijks gift van brandnetel of onkruid gier.

• Wanneer:
• Bemest bij het planten en gedurende het seizoen.
• Hoeveel:
• Volg de aanwijzingen op de meststoffenverpakking of gebruik de 1/10de regel, 100 ml gier per liter water.
• Welke bemesting:
• Gebruik indien mogelijk een meststof met een gebalanceerde verhouding van stikstof, fosfor en kalium.

Knippen of snoeien:         Aardappelplanten hebben meestal geen snoei nodig. Verwijder alleen dood of ziek loof.

• Wanneer: Verwijder afgestorven loof nadat de planten zijn geoogst.
• Hoe: Snijd het afgestorven loof dicht bij de grond af.
• Waarom: Het verwijderen van afgestorven loof kan helpen bij het voorkomen van ziektes en kan de oogst vergemakkelijken.

Problemen:         Mogelijke problemen zijn aardappelziekte, plaaginsecten en slechte groeiomstandigheden.

Probleem en oplossing:         Bestrijd ziektes en plagen met biologische bestrijdingsmiddelen. Zorg voor een goede rotatie van gewassen om problemen met aardappelziekte te verminderen.

Voorzorgsmaatregel:         Zorg voor een goede drainage om wateroverlast te voorkomen. Gebruik gezond uitziende zaadknollen en vermijd het planten van aardappelen op dezelfde locatie elk jaar.

Houd er rekening mee dat de bovenstaande informatie algemene richtlijnen zijn en dat specifieke variëteiten en lokale omstandigheden kunnen leiden tot variaties in de verzorging van aardappelen. Heb je vragen, stel ze gerust in een comment of contacteer me. Alvast bedankt voor het lezen.